diff options
author | Camil Staps | 2016-06-09 12:35:41 +0200 |
---|---|---|
committer | Camil Staps | 2016-06-09 12:35:41 +0200 |
commit | f97c5226c9a286d43f10c6885a996e1ffe59d2bd (patch) | |
tree | 70229eb7c7d2a6a5b54023846c296d0fc17006f8 /paper-prag-vision.tex | |
parent | Cleanup; LaTeX fixes (diff) |
Uitbreiding paper
Diffstat (limited to 'paper-prag-vision.tex')
-rw-r--r-- | paper-prag-vision.tex | 101 |
1 files changed, 75 insertions, 26 deletions
diff --git a/paper-prag-vision.tex b/paper-prag-vision.tex index 2f19693..b2a07dc 100644 --- a/paper-prag-vision.tex +++ b/paper-prag-vision.tex @@ -2,42 +2,91 @@ \subsection{De betekenis van het visioen} \label{sec:prag:vision} -Behalve \snh{} spreekt de tekst niet over andere planten of in het algemeen -dingen uit de natuur. Het woord speelt dus niet in het cognitief domein van de -natuur of de landbouw. +Zoals gezegd kunnen we Ex.~3:7--10 lezen als herhaling van vv.~2--4. De +volgende elementen komen overduidelijk met elkaar overeen: -%todo - -We kunnen dus de vergelijking in \autoref{tab:vgl} opstellen: - -\begin{table} +\begin{table}[h] \centering \begin{tabular}{r l} 2 -- 4 & 7 -- 10 \\\hline - Struik & Egypte \\ - Heftig vuur & Zware ellende \\ Mozes & God \\ Omkeren & Afdalen \\ Roepen & Zenden \\ \end{tabular} - \caption{Vergelijking van Ex.~3:2--4 en 7--10\label{tab:vgl}} \end{table} -In het profetische beeld van de brandende braamstruik wordt het hatelijke -Egypte vergeleken met een stekelige struik. Het heftige vuur staat symbool voor -de zware onderdrukking van het volk. Zoals Mozes de struik ziet, weet God van -die ellende, en zoals Mozes zich omkeert naar de struik vanwege het vuur, zo is -God afgedaald vanwege de ellende van zijn volk. God roept Mozes vanuit de -struik, en zendt hem weg naar Egypte. +Wat kunnen we echter zeggen over het vuur, en belangrijker in de context van +dit artikel, de struik? We zien twee mogelijkheden. + +\subsubsection*{De struik als het volk} +Als we het heftige vuur met de zware ellende vergelijken, dan volgt daaruit +vrij direct dat datgene dat in brand staat (de \snh{}) vergeleken moet worden +met datgene dat de ellende ondergaat (het volk). De paradoxale constatering dat +de struik toch \emph{niet} brandt zou dan vergeleken worden met het feit dat +het volk niet aan de onderdrukking van de Egyptenaren ten onder gaat (zie +bv.~Ex.~1:12). We kunnen dus de volgende extra overeenkomsten opstellen: + +\begin{table}[h] + \centering + \begin{tabular}{r l} + 2 -- 4 & 7 -- 10 \\\hline + Struik & Het volk \\ + Heftig vuur & Zware ellende \\ + Niet branden & Niet gedeerd worden \\ + \end{tabular} +\end{table} + +Er zijn tenminste twee problemen met deze lezing. Ten eerste geeft ze geen +reden voor de keuze van \snh{}, in plaats van een andere plant of een algemeen +woord voor plant of struik. Hierom zouden we uitweg moeten nemen door +bijvoorbeeld aan te nemen dat de \snh{} de enige plant is die logischerwijs in +de wildernis voorkomt (waardoor het woord geen symbolische waarde heeft). -Met deze vergelijking wordt het dan ook duidelijk in welk cognitief domein -\snh{} zich bevindt: dat van de \textbf{politiek}. +Het tweede probleem is dat we het voorkomen van God (als engel en als \JHWH{}) +niet symbolisch kunnen zien. Als de struik voor het volk staat, en God in de +struik staat, betekent dat dan dat God ook in tijden van zware ellende bij het +volk is? Dat lijkt enigszins vergezocht. Aan de andere kant is het natuurlijk +vaker dat God wel in de vertelling van een visioen voorkomt, terwijl hij +nergens mee vergeleken kan worden. Maar in die gevallen, zoals de roepingen van +Jeremiah en Jesaja, wordt hij ook niet fysiek gepositioneerd, wat hier wel het +geval is. Dit suggereert dat hij daadwerkelijk deelneemt aan het visioen en we +dus wel moeten verwachten dit ergens mee te kunnen vergelijken. + +\subsubsection*{De struik als Egypte} +Deze lezing lost beide problemen van de bovenstaande op. Omdat de \snh{} een +stekelige struik is (of zou zijn), willen we liever niet het volk met deze +negatieve associaties verbinden. In plaats daarvan kunnen we het hatelijke +Egypte met de stekelige struik vergelijken. Vervolgens kunnen we God met het +volk vergelijken: zoals God uit de struik tot Mozes roept, zo roept het volk +uit Egypte tot God. Zo krijgen we de volgende overeenkomsten: + +\begin{table}[h] + \centering + \begin{tabular}{r l} + 2 -- 4 & 7 -- 10 \\\hline + Struik & Egypte \\ + Doornen & Haat \\ + God & Het volk \\ + \end{tabular} +\end{table} + +Hoe kunnen we binnen deze vergelijking het vuur echter begrijpen? Als we het +als zware ellende zouden zien, dan zou het zijn alsof Egypte die ellende moet +doorstaan. Als we het juist als de onderdrukking zien, dan negeren we de +taalkundige overeenkomsten tussen \emph{heftig} vuur en \emph{zware} ellende. \medskip -Samenvattend kunnen we het volgende over \snh{} zeggen: dit woord beeldt een -stekelige plant uit. Zonder externe hulp (als de Septuaginta of verwante talen) -weten we niet welke plant precies, maar het moet in ieder geval een -woestijnplant zijn geweest. De stekeligheid wekt bij de lezer een negatief -gevoel op, vergelijkbaar met ons `distel'. Het woord is in Ex.~3:2--4 -figuurlijk gebruikt om een negatief gevoel over Egypte over te brengen. Het -woord speelt dus binnen het cognitief domein van de politiek. +Kortom, beide lezingen hebben voor- en tegenargumenten. Een onderzoek naar het +voorkomen van God in visioenen zou kunnen uitwijzen of het tweede probleem bij +de interpretatie van de struik als het volk daadwerkelijk problematisch is. Dit +valt echter buiten de omvang van dit artikel. + +Beide interpretaties plaatsen de \snh{} in het cognitieve domein van de +\textbf{politiek} (naast het domein van de plantkunde dat we eerder al +noemden). Hetzelfde geldt voor de vuurgerelateerde woorden \esh{}, \byr{} en +\lbt{}. + +Met externe hulp (zoals andere bronnen van de tekst, verwante talen, etc.) +zouden we er wellicht achter kunnen komen welke plant \snh{} precies is. Dit +zou meer informatie geven waarmee we misschien een keuze tussen de twee +voorgestelde interpretaties zouden kunnen maken. |