summaryrefslogtreecommitdiff
path: root/college-45.tex
diff options
context:
space:
mode:
authorCamil Staps2016-10-03 15:42:14 +0200
committerCamil Staps2016-10-03 15:42:14 +0200
commite50063dff2acc01e3ec6db5e110007893638e06f (patch)
tree1a0b4c554347133241ad2d9530715e335b123242 /college-45.tex
parentAanpassingen n.a.v. college 4 (diff)
College 5
Diffstat (limited to 'college-45.tex')
-rw-r--r--college-45.tex56
1 files changed, 50 insertions, 6 deletions
diff --git a/college-45.tex b/college-45.tex
index f9ff8c3..9502fb2 100644
--- a/college-45.tex
+++ b/college-45.tex
@@ -69,12 +69,12 @@
\item
Zes aspecten uit de communicatietheorie van Jakobson die in interpersoonlijke communicatie onderscheiden kunnen worden:
- zender (zendt een bericht naar de ontvanger met een \emph{intentie}),
- ontvanger (neemt de boodschap tot zich),
- medium (contact tussen zender en ontvanger),
- bericht (hoe de boodschap is geconstrueerd),
- code (bv. een taal) en
- context (waarbinnen de boodschap speelt).
+ \emph{zender} (zendt een bericht naar de ontvanger met een \emph{intentie}),
+ \emph{ontvanger} (neemt de boodschap tot zich),
+ \emph{medium} (contact tussen zender en ontvanger),
+ \emph{bericht} (hoe de boodschap is geconstrueerd),
+ \emph{code} (bv. een taal) en
+ \emph{context} (waarbinnen de boodschap speelt).
\item
De zender brengt niet alleen rauwe kennis over,
@@ -93,6 +93,50 @@
Op dit moment kan de ontvanger terugkoppelen aan de zender.
Als dit gebeurt wisselen de rollen om.
Gebeurt dit een tweede maal, dan is de circulaire beweging rond.
+
+ \item
+ \question{Dit is geen vraag.}
+
+ \item
+ Een code is een motief dat veronderstellingen en aannames van een bericht bevat.
+ Codes worden gebruikt door de zender om een bericht nauwgezet over te brengen,
+ en door de ontvanger om het juist te interpreteren.
+ De communicatie kan problemen ondervinden wanneer de ontvanger de codes die gebruikt zijn bij het opstellen van een bericht niet kent.
+ Op dit moment kan onderwijzing in die codes helpen.
+
+ \item
+ Verschillende soorten teksten refereren, volgens Ricoeur, op een verschillende manier naar hun referenten.
+ Ieder literair genre dat we in de Schrift vinden presenteert God op een andere manier
+ en refereert naar andere aspecten van de eerste momenten van de religieuze gemeenschap.
+ Hierdoor is God niet te reduceren tot een filosofisch begrip.
+ Een po\"etische tekst probeert geen objectieve beschrijving te geven,
+ maar de lezer in contact te brengen met de referent.
+ Het po\"etische genre presenteert God aan de lezer zoals Hij uit de tekst naar voren komt,
+ en is daarmee het meest gepaste genre om de pluriformiteit van Gods naam te communiceren.
+
+ \item
+ Intrapersoonlijke dialoog kan worden gezien als een dialoog tussen `Ik' en `Mijzelf'.
+ De Ik is de organisator van deze dialoog.
+ De dialoog vindt plaats tussen verschillende posities die de Ik kent, de Mijzelven.
+ De Ik geeft de Mijzelven een stem en laat ze met elkaar in discussie gaan.
+ \question{Op welke waarnemingen dit schema berust blijft onduidelijk.}
+
+ \item
+ Zie 12.
+
+ \item
+ Binnen intrapersoonlijke dialoog spelen dezelfde factoren een rol als bij interpersoonlijke dialoog:
+ \emph{zender} (de positie door de Ik geactualiseerd, die verschillende diachronische ervaringen samen neemt),
+ \emph{ontvanger} (die kritisch de momenteel geactualiseerde Mijzelf bevraagt),
+ \emph{medium} (openheid, introspectie, etc.),
+ \emph{bericht} (en de wijze waarop dat bericht ooit kenbaar is geworden, bv. in een lezing, ervaring, etc.),
+ \emph{code} (dat wat voor zich spreekt voor de Ik) en
+ \emph{context} (de relatie van de Ik met God).
+
+ \item
+ God kan een referent van christelijke teksten zijn
+ doordat de genres een pluriforme afbeelding mogelijk maken.
+ Daarnaast is van belang dat de ontvanger de tekst binnen een christelijke code leest.
\end{enumerate}
\end{document}