summaryrefslogtreecommitdiff
path: root/college-45.tex
diff options
context:
space:
mode:
authorCamil Staps2016-09-29 17:25:26 +0200
committerCamil Staps2016-09-29 17:25:26 +0200
commit123e171b20e260a3edab0ae6612b9df9d10bf0c8 (patch)
tree833bf6fbe9a90535f380750c5195f825a165f1e2 /college-45.tex
parentStart college 4/5 (diff)
Aanpassingen n.a.v. college 4
Diffstat (limited to 'college-45.tex')
-rw-r--r--college-45.tex25
1 files changed, 20 insertions, 5 deletions
diff --git a/college-45.tex b/college-45.tex
index 7a922ff..f9ff8c3 100644
--- a/college-45.tex
+++ b/college-45.tex
@@ -16,7 +16,10 @@
\begin{enumerate}
\item
- Drie niveaus waarop de christelijke traditie wordt doorgegeven:
+ \comment{%
+ God communiceert zichzelf naar opeenvolgende generaties
+ in zowel een verticale als een horizontale dimensie.}
+ Drie niveaus waarop de christelijke traditie (in de horizontale dimensie) wordt doorgegeven:
\begin{description}[itemsep=0pt]
\item[Macroniveau:]
@@ -29,16 +32,22 @@
\item
Twee communicatieve vormen waar dit doorgeven gebruik van maakt:
- interpersoonlijke en intrapersoonlijke dialoog.
+ interpersoonlijke en intrapersoonlijke dialoog.
Dit berust op het antropologische `feit'
\question{(waar geen verwijzing voor wordt gegeven)}
dat mensen in dialoog gesitueerd zijn.
+ Deze dialoog verklaart de geloofstwijfel die veel (alle?) mensen hebben.
\item
Twee kenmerken van het traditiebegrip in Vaticanum I:
ecclesiocentrisch, gefocust op het veiligstellen van de autoriteit van de clerus,
en daarmee ook vooral als een verzameling proposities.
+ De volheid van de openbaring is latent aanwezig in de Schrift
+ (want anders zou kennis van God contingent zijn),
+ maar moet door de kerk worden uitgelegd.
+ Het magisterium heeft gezag wegens apostolische opvolging.
+
\item
Bij Colgar ontstaat traditie in de samenwerking tussen mens en God.
De laatste laat leven door Jezus propageren door generaties.
@@ -60,14 +69,20 @@
\item
Zes aspecten uit de communicatietheorie van Jakobson die in interpersoonlijke communicatie onderscheiden kunnen worden:
- zender, ontvanger, verbintenis, bericht, code en context.
+ zender (zendt een bericht naar de ontvanger met een \emph{intentie}),
+ ontvanger (neemt de boodschap tot zich),
+ medium (contact tussen zender en ontvanger),
+ bericht (hoe de boodschap is geconstrueerd),
+ code (bv. een taal) en
+ context (waarbinnen de boodschap speelt).
\item
De zender brengt niet alleen rauwe kennis over,
maar altijd ook zijn eigen ervaring en intentie, voor zover daaraan gerelateerd.
- Dit is het emotieve aspect van de communicatie.
+ Dit is het emotieve aspect van de communicatie:
+ er ontstaat betrokkenheid tussen zender en ontvanger.
- \question{Over het conatieve aspect kon ik geen uitleg vinden.}
+ De conatieve functie van de communicatie is dat de ontvanger wordt uitgelokt en aangespoord tot een reactie.
\item
De zender getuigt van een bepaalde ervaring tegenover een (mogelijke) ontvanger.