diff options
author | Camil Staps | 2016-10-10 14:23:57 +0200 |
---|---|---|
committer | Camil Staps | 2016-10-10 14:23:57 +0200 |
commit | 61e69f266571da9e95a25a50b7b02f4969cd45e2 (patch) | |
tree | 03942deec63ef7d3edf6d5f5bc1bc7c1c41e8f60 /college-45.tex | |
parent | College 5 (diff) |
Aantekeningen college 5
Diffstat (limited to 'college-45.tex')
-rw-r--r-- | college-45.tex | 35 |
1 files changed, 25 insertions, 10 deletions
diff --git a/college-45.tex b/college-45.tex index 9502fb2..697677a 100644 --- a/college-45.tex +++ b/college-45.tex @@ -71,7 +71,7 @@ Zes aspecten uit de communicatietheorie van Jakobson die in interpersoonlijke communicatie onderscheiden kunnen worden: \emph{zender} (zendt een bericht naar de ontvanger met een \emph{intentie}), \emph{ontvanger} (neemt de boodschap tot zich), - \emph{medium} (contact tussen zender en ontvanger), + \emph{contact} (contact tussen zender en ontvanger), \emph{bericht} (hoe de boodschap is geconstrueerd), \emph{code} (bv. een taal) en \emph{context} (waarbinnen de boodschap speelt). @@ -86,37 +86,51 @@ \item De zender getuigt van een bepaalde ervaring tegenover een (mogelijke) ontvanger. - Die ontvanger moet op dat moment bepalen of hij een deel van zijn leven toevertrouwt aan de zender, + De boodschap wil iets teweegbrengen bij de ontvanger: ze is indringend en urgent. + De zender is zeker van zijn boodschap, maar kan de argwaan dat het geen absolute zekerheid is nooit helemaal wegnemen. + + Die ontvanger moet bepalen of hij een deel van zijn leven toevertrouwt aan de zender, d.w.z., of hij de getuigenis die de zender aflegt zelf ook kritisch wil testen (in de hoop dat die ook voor hemzelf van belang kan zijn). Na dit kritisch testen door beide partijen kan de getuigenis als waarheid bestempeld worden. - Op dit moment kan de ontvanger terugkoppelen aan de zender. - Als dit gebeurt wisselen de rollen om. - Gebeurt dit een tweede maal, dan is de circulaire beweging rond. + + De ontvanger kan alleen vertrouwen als de zender vertrouwt op zijn getuigenis. + De zender kan alleen vertrouwen als de ontvanger hem bevestigt in die rol. \item - \question{Dit is geen vraag.} + Denotatieve taal streeft naar helderheid, exactheid en eenduidig woordgebruik. + Conatieve taal is figuurlijk en de betekenis hangt af van hoe het wordt ge{\"\i}nterpreteerd. + + Bij po\"etische communicatie is de vorm dominant. + Dit bevordert de conatieve functie. \item - Een code is een motief dat veronderstellingen en aannames van een bericht bevat. + Een code is een motief dat veronderstellingen, aannames en achtergrondkennis van een bericht bevat. Codes worden gebruikt door de zender om een bericht nauwgezet over te brengen, en door de ontvanger om het juist te interpreteren. + De communicatie kan problemen ondervinden wanneer de ontvanger de codes die gebruikt zijn bij het opstellen van een bericht niet kent. Op dit moment kan onderwijzing in die codes helpen. + Dit is dan een metalingu{\"\i}stische onderwijzing. \item Verschillende soorten teksten refereren, volgens Ricoeur, op een verschillende manier naar hun referenten. Ieder literair genre dat we in de Schrift vinden presenteert God op een andere manier en refereert naar andere aspecten van de eerste momenten van de religieuze gemeenschap. Hierdoor is God niet te reduceren tot een filosofisch begrip. + Een po\"etische tekst probeert geen objectieve beschrijving te geven, maar de lezer in contact te brengen met de referent. + De tekst transformeert de belevingswereld van de lezer + tot een wereld waar de lezer in contact kan komen met God. Het po\"etische genre presenteert God aan de lezer zoals Hij uit de tekst naar voren komt, en is daarmee het meest gepaste genre om de pluriformiteit van Gods naam te communiceren. \item Intrapersoonlijke dialoog kan worden gezien als een dialoog tussen `Ik' en `Mijzelf'. - De Ik is de organisator van deze dialoog. + De Ik is de organisator van deze dialoog, de daadwerkelijke Ik. + Deze persoon kan verschillende rollen en posities aannemen, + maar ook deze posities met elkaar in gesprek brengen. De dialoog vindt plaats tussen verschillende posities die de Ik kent, de Mijzelven. De Ik geeft de Mijzelven een stem en laat ze met elkaar in discussie gaan. \question{Op welke waarnemingen dit schema berust blijft onduidelijk.} @@ -126,9 +140,10 @@ \item Binnen intrapersoonlijke dialoog spelen dezelfde factoren een rol als bij interpersoonlijke dialoog: - \emph{zender} (de positie door de Ik geactualiseerd, die verschillende diachronische ervaringen samen neemt), + \emph{zender} (de positie door de Ik geactualiseerd, die verschillende diachronische ervaringen samen neemt --- + omdat al deze ervaringen persoonlijk zijn, zijn ze overtuigend en worden ze niet makkelijk opgegeven), \emph{ontvanger} (die kritisch de momenteel geactualiseerde Mijzelf bevraagt), - \emph{medium} (openheid, introspectie, etc.), + \emph{contact} (introspectie voor eigen ervaringen, en openheid naar mogelijke nieuwe posities), \emph{bericht} (en de wijze waarop dat bericht ooit kenbaar is geworden, bv. in een lezing, ervaring, etc.), \emph{code} (dat wat voor zich spreekt voor de Ik) en \emph{context} (de relatie van de Ik met God). |