diff options
author | Camil Staps | 2015-10-08 19:05:06 +0200 |
---|---|---|
committer | Camil Staps | 2015-10-08 19:05:06 +0200 |
commit | 99951cc920449202afa53cc7b4d74e6f24f8aa16 (patch) | |
tree | 041eb2c8b3f352e38e5184b3bee3208e0afe815f | |
parent | initial commit (diff) |
More crossreferences in exegesis assignment
-rw-r--r-- | genesis.tex | 104 |
1 files changed, 57 insertions, 47 deletions
diff --git a/genesis.tex b/genesis.tex index 6e52fa5..6523cfa 100644 --- a/genesis.tex +++ b/genesis.tex @@ -68,70 +68,80 @@ Laten we allereerst kijken naar de verschillen en overeenkomsten tussen verschil } \newcommand{\bibleref}[1]{\color{gray}\textbf{#1}\enspace} \newcommand{\noref}[1]{\textcolor{lightgray}{#1}} +\newcommand{\isref}[1]{\textcolor{cyan}{#1}} \newcommand{\diff}[1]{\textcolor{red}{#1}} \newcommand{\simlr}[1]{\textcolor{black}{#1}} \newgeometry{margin=6mm} \begin{figure*} \centering \scriptsize - \begin{tikzpicture}[>=stealth, every node/.style={align=left,text width=50mm}, every path/.style={draw=gray}] - \node[right sided] (1210) {\bibleref{12:10} Toen er \simlr{hongersnood} in het land uitbrak, trok \diff{Abram} naar Egypte, om daar \simlr{als vreemdeling te vertoeven}, want de hongersnood was zwaar in het land.}; - \node[right sided, b'of15=1210] (1211) {\bibleref{11} Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zeide hij tot zijn vrouw \diff{Sarai}: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt schoon van uiterlijk.}; - \node[right sided, b'of15=1211] (1212) {\bibleref{12} Wanneer de Egyptenaren u zien, zullen zij zeggen: Dit is zijn vrouw; \simlr{en zij zullen mij doden, en u in het leven laten}.}; - \node[right sided, b'of15=1212] (1213) {\bibleref{13} \simlr{Zeg toch, dat gij mijn zuster zijt}, opdat het mij om uwentwil welga, en ik om uwentwil in het leven moge blijven.}; - \node[right sided, b'of15=1213] (1214) {\bibleref{14} Zodra Abram Egypte binnentrok, zagen de Egyptenaren, dat de vrouw zeer schoon was;}; - \node[right sided, b'of15=1214] (1215) {\bibleref{15} en toen de vorsten van Farao haar zagen, roemden zij haar bij Farao, zodat de vrouw naar het huis van Farao \simlr{gehaald werd}.}; - \node[right sided, b'of15=1215] (1216) {\bibleref{16} En hij deed Abram wèl om harentwil, zodat hij \simlr{schapen, runderen, ezels, slaven, slavinnen, ezelinnen en kamelen} ontving.}; - \node[right sided, b'of15=1216] (1217) {\bibleref{17} Maar de \diff{\textsc{Here}} sloeg Farao met zware plagen, evenals zijn huis, ter oorzake van Sarai, de vrouw van Abram.}; - \node[right sided, b'of15=1217] (1218) {\bibleref{18} Toen riep Farao Abram en zeide: Wat hebt gij mij daar aangedaan? Waarom hebt gij mij niet meegedeeld, dat zij uw vrouw is?}; - \node[right sided, b'of15=1218] (1219) {\bibleref{19} Waarom hebt u gezegd: Zij is mijn zuster, zodat ik haar mij tot vrouw genomen heb? En nu, ziehier uw vrouw, neem haar en ga heen.}; - \node[right sided, b'of15=1219] (1220) {\bibleref{20} En Farao gaf enige mannen omtrent hem opdracht, en zij deden hem, zijn vrouw en al wat hij bezat, uitgeleide.}; - - \node[two sided, r'of=1210] (2001) {\bibleref{20:1} \diff{Abraham} nu brak vandaar op naar het Zuiderland en vestigde zich tussen Kades en Sur, en \simlr{vertoefde als vreemdeling} in Gerar.}; - \node[two sided, b'of2=2001] (2002) {\bibleref{2} Daar Abraham van zijn vrouw Sara gezegd had: \simlr{Zij is mijn zuster}, liet Abimelek, de koning van Gerar, Sara \simlr{weghalen}.}; - \node[two sided, b'of2=2002] (2003) {\bibleref{3} Maar \diff{God} kwam des nachts \diff{in een droom} tot Abimelek en zeide tot hem: Zie, gij zijt een kind des doods, omdat gij die vrouw genomen hebt, want zij is gehuwd.}; - \node[two sided, b'of2=2003] (2004) {\bibleref{4} Abimelek nu was niet tot haar genaderd. En hij zeide: Here, zult Gij dan een rechtvaardig volk doden?}; - \node[two sided, b'of2=2004] (2005) {\bibleref{5} Heeft hij zelf niet tot mij gezegd: \simlr{Zij is mijn zuster}? En zij heeft zelf ook gezegd: Hij is mijn broeder; in onschuld mijns harten en reinheid mijner handen heb ik dit gedaan.}; - \node[two sided, b'of2=2005] (2006) {\bibleref{6} En God zeide tot hem in de droom: Ik weet ook, dat gij het in onschuld uws harten gedaan hebt, Ik heb u dan ook ervan weerhouden tegen Mij te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten haar aan te raken.}; - \node[two sided, b'of2=2006] (2007) {\bibleref{7} En nu, breng de vrouw van deze man terug, want hij is een profeet; dan zal hij voor u bidden, opdat gij in het leven moogt blijven; maar indien gij haar niet terugbrengt, weet, dat gij voorzeker zult sterven, gij en al de uwen.}; - \node[two sided, b'of2=2007] (2008) {\bibleref{8} De volgende morgen vroeg riep Abimelek al zijn dienaren en bracht dit alles te hunner kennis, en de mannen werden zeer bevreesd.}; - \node[two sided, b'of2=2008] (2009) {\bibleref{9} Voorts riep Abimelek Abraham en zeide tot hem: Wat hebt gij ons aangedaan, en waarin heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en mijn koninkrijk een grote zonde hebt gebracht? Gij hebt tegenover mij dingen gedaan, die niet gedaan mochten worden.}; - \node[two sided, b'of2=2009] (2010) {\bibleref{10} Ook zeide Abimelek tot Abraham: Wat hebt gij beoogd, dat gij dit deedt?}; - \node[two sided, b'of2=2010] (2011) {\bibleref{11} Toen zeide Abraham: Ik dacht: wellicht is er geen vreze Gods in deze plaats; \simlr{zij zullen mij doden om mijn vrouw}.}; - \node[two sided, b'of2=2011] (2012) {\bibleref{12} En bovendien is zij werkelijk mijn zuster; zij is de dochter van mijn vader, maar niet de dochter van mijn moeder; en zij is mij tot vrouw geworden.}; - \node[two sided, b'of2=2012] (2013) {\bibleref{13} Toen God mij uit mijns vaders huis liet omzwerven, zeide ik tot haar: Dit zal de liefdesdienst zijn, die gij mij bewijzen zult: zeg van mij op elke plaats, waar wij komen: hij is mijn broeder.}; - \node[two sided, b'of2=2013] (2014) {\bibleref{14} Toen nam Abimelek \simlr{schapen en runderen, slaven en slavinnen}, en schonk die aan Abraham, en hij gaf hem zijn vrouw Sara terug.}; - \node[two sided, b'of2=2014] (2015) {\bibleref{15} En Abimelek zeide: Zie, mijn land staat voor u open, vestig u, waar het u goeddunkt.}; - \node[two sided, b'of2=2015] (2016) {\bibleref{16} En tot Sara zeide hij: Zie, ik geef uw broeder duizend zilverstukken; zie, dat zal voor u de ogen bedekken van allen die bij u zijn; en gij zult gerechtvaardigd zijn, ja, in elk opzicht.}; - \node[two sided, b'of2=2016] (2017) {\bibleref{17} Toen bad Abraham tot God, en God genas Abimelek en zijn vrouw en zijn slavinnen, zodat zij baarden.}; - \node[two sided, b'of2=2017] (2018) {\bibleref{18} De \textsc{Here} had namelijk elke moederschoot in Abimeleks huis toegesloten ter oorzake van Sara, de vrouw van Abraham.}; - - \node[left sided, r'of=2001] (2601) {\bibleref{26:1} Eens kwam er een \simlr{hongersnood} in het land, \diff{behalve de eerste hongersnood}, die er geweest was in de dagen van Abraham; en \diff{Isaak} ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar.}; + \begin{tikzpicture}[>=stealth, every node/.style={align=left,text width=50mm}] + \node[right sided] (2001) {\bibleref{20:1} \diff{Abraham} nu brak vandaar op naar het Zuiderland en vestigde zich tussen Kades en Sur, en \simlr{vertoefde als vreemdeling} in Gerar.}; + \node[right sided, b'of2=2001] (2002) {\bibleref{2} Daar Abraham van zijn vrouw Sara gezegd had: \simlr{Zij is mijn zuster}, liet Abimelek, de koning van Gerar, Sara \simlr{weghalen}.}; + \node[right sided, b'of2=2002] (2003) {\bibleref{3} Maar \diff{God kwam des nachts in een droom} tot Abimelek en zeide tot hem: Zie, gij zijt een kind des doods, omdat gij die vrouw genomen hebt, want zij is gehuwd.}; + \node[right sided, b'of2=2003] (2004) {\bibleref{4} Abimelek nu was niet tot haar genaderd. En hij zeide: Here, zult Gij dan een rechtvaardig volk doden?}; + \node[right sided, b'of2=2004] (2005) {\bibleref{5} Heeft hij zelf niet tot mij gezegd: \simlr{Zij is mijn zuster}? En zij heeft zelf ook gezegd: Hij is mijn broeder; in onschuld mijns harten en reinheid mijner handen heb ik dit gedaan.}; + \node[right sided, b'of2=2005] (2006) {\bibleref{6} En God zeide tot hem in de droom: Ik weet ook, dat gij het in onschuld uws harten gedaan hebt, Ik heb u dan ook ervan weerhouden tegen Mij te zondigen; daarom heb Ik u niet toegelaten haar aan te raken.}; + \node[right sided, b'of2=2006] (2007) {\bibleref{7} En nu, breng de vrouw van deze man terug, want hij is een profeet; dan zal hij voor u bidden, opdat gij in het leven moogt blijven; maar indien gij haar niet terugbrengt, weet, dat gij voorzeker zult sterven, gij en al de uwen.}; + \node[right sided, b'of2=2007] (2008) {\bibleref{8} De volgende morgen vroeg riep Abimelek al zijn dienaren en bracht dit alles te hunner kennis, en de mannen werden zeer bevreesd.}; + \node[right sided, b'of2=2008] (2009) {\bibleref{9} Voorts riep Abimelek Abraham en zeide tot hem: \simlr{Wat hebt gij ons aangedaan}, en waarin heb ik tegen u gezondigd, dat gij over mij en mijn koninkrijk \diff{een grote zonde} hebt gebracht? Gij hebt tegenover mij dingen gedaan, die niet gedaan mochten worden.}; + \node[right sided, b'of2=2009] (2010) {\bibleref{10} Ook zeide Abimelek tot Abraham: Wat hebt gij beoogd, dat gij dit deedt?}; + \node[right sided, b'of2=2010] (2011) {\bibleref{11} Toen zeide Abraham: Ik dacht: wellicht is er geen vreze Gods in deze plaats; \simlr{zij zullen mij doden om mijn vrouw}.}; + \node[right sided, b'of2=2011] (2012) {\bibleref{12} En bovendien is zij werkelijk mijn zuster; zij is de dochter van mijn vader, maar niet de dochter van mijn moeder; en zij is mij tot vrouw geworden.}; + \node[right sided, b'of2=2012] (2013) {\bibleref{13} \isref{Toen God mij uit mijns vaders huis liet omzwerven, zeide ik tot haar}: Dit zal de liefdesdienst zijn, die gij mij bewijzen zult: zeg van mij op elke plaats, waar wij komen: hij is mijn broeder.}; + \node[right sided, b'of2=2013] (2014) {\bibleref{14} Toen nam Abimelek \simlr{schapen en runderen, slaven en slavinnen}, en schonk die aan Abraham, en hij gaf hem zijn vrouw Sara terug.}; + \node[right sided, b'of2=2014] (2015) {\bibleref{15} En Abimelek zeide: \diff{Zie, mijn land staat voor u open}, vestig u, waar het u goeddunkt.}; + \node[right sided, b'of2=2015] (2016) {\bibleref{16} En tot Sara zeide hij: Zie, ik geef uw broeder duizend zilverstukken; zie, dat zal voor u de ogen bedekken van allen die bij u zijn; en gij zult gerechtvaardigd zijn, ja, in elk opzicht.}; + \node[right sided, b'of2=2016] (2017) {\bibleref{17} Toen bad Abraham tot God, en God genas Abimelek en zijn vrouw en zijn slavinnen, zodat zij baarden.}; + \node[right sided, b'of2=2017] (2018) {\bibleref{18} De \textsc{Here} had namelijk elke moederschoot in Abimeleks huis toegesloten ter oorzake van Sara, de vrouw van Abraham.}; + + \node[two sided, r'of=2001] (1210) {\bibleref{12:10} Toen er \simlr{hongersnood} in het land uitbrak, trok \diff{Abram} naar Egypte, om daar \simlr{als vreemdeling te vertoeven}, want de hongersnood was zwaar in het land.}; + \node[two sided, b'of15=1210] (1211) {\bibleref{11} Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zeide hij tot zijn vrouw Sarai: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt \simlr{schoon van uiterlijk.}}; + \node[two sided, b'of15=1211] (1212) {\bibleref{12} Wanneer \simlr{de Egyptenaren} u zien, zullen zij zeggen: Dit is zijn vrouw; \simlr{en zij zullen mij doden, en u in het leven laten}.}; + \node[two sided, b'of15=1212] (1213) {\bibleref{13} \simlr{Zeg toch, dat gij mijn zuster zijt}, opdat het mij om uwentwil welga, en ik om uwentwil in het leven moge blijven.}; + \node[two sided, b'of15=1213] (1214) {\bibleref{14} Zodra Abram Egypte binnentrok, zagen de Egyptenaren, dat de vrouw zeer schoon was;}; + \node[two sided, b'of15=1214] (1215) {\bibleref{15} en toen de vorsten van Farao haar zagen, roemden zij haar bij Farao, zodat de vrouw naar het huis van Farao \simlr{gehaald werd}.}; + \node[two sided, b'of15=1215] (1216) {\bibleref{16} En hij deed Abram wèl om harentwil, zodat hij \simlr{schapen, runderen, ezels, slaven, slavinnen, ezelinnen en kamelen} ontving.}; + \node[two sided, b'of15=1216] (1217) {\bibleref{17} Maar de \textsc{Here} sloeg Farao met \diff{zware plagen}, evenals zijn huis, ter oorzake van Sarai, de vrouw van Abram.}; + \node[two sided, b'of15=1217] (1218) {\bibleref{18} Toen riep Farao Abram en zeide: \simlr{Wat hebt gij mij daar aangedaan? Waarom hebt gij mij niet meegedeeld, dat zij uw vrouw is?}}; + \node[two sided, b'of15=1218] (1219) {\bibleref{19} Waarom hebt u gezegd: Zij is mijn zuster, zodat ik haar mij tot vrouw genomen heb? En nu, ziehier uw vrouw, neem haar en \diff{ga heen}.}; + \node[two sided, b'of15=1219] (1220) {\bibleref{20} En Farao gaf enige mannen omtrent hem opdracht, en zij deden hem, zijn vrouw en al wat hij bezat, uitgeleide.}; + + \node[left sided, r'of=1210] (2601) {\bibleref{26:1} Eens kwam er een \simlr{hongersnood} in het land, \isref{behalve de eerste hongersnood}, die er geweest was in de dagen van Abraham; en \diff{Isaak} ging naar Abimelek, de koning der Filistijnen, naar Gerar.}; \node[left sided, b'of3=2601] (2602) {\bibleref{2} Toen verscheen hem de \textsc{Here} en zeide: Trek niet naar Egypte, woon in het land, dat Ik u zeggen zal,}; \node[left sided, b'of3=2602] (2603) {\bibleref{3} \simlr{vertoef in dit land als een vreemdeling}, dan zal Ik met u zijn en u zegenen, want u en uw nageslacht zal Ik al die landen geven, en Ik zal de eed gestand doen, die Ik uw vader Abraham gezworen heb.}; \node[left sided, b'of3=2603] (2604) {\bibleref{4} En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden,}; \node[left sided, b'of3=2604] (2605) {\bibleref{5} omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.}; \node[left sided, b'of3=2605] (2606) {\bibleref{6} Dus bleef Isaak in Gerar.}; - \node[left sided, b'of3=2606] (2607) {\bibleref{7} Toen de mannen van die plaats hem naar zijn vrouw vroegen, zeide hij: Zij is mijn zuster, want hij durfde niet zeggen: Zij is mijn vrouw, (want hij dacht:) \simlr{de mannen van die plaats mochten mij anders eens doden} om Rebekka, omdat zij schoon van uiterlijk is.}; - \node[left sided, b'of3=2607] (2608) {\bibleref{8} Toen hij lange tijd daar geweest was, en Abimelek, de koning der Filistijnen, eens door het venster keek, zag hij, en zie, Isaak was aan het minnekozen met zijn vrouw Rebekka.}; - \node[left sided, b'of3=2608] (2609) {\bibleref{9} Toen riep Abimelek Isaak en zeide: Zij is zowaar uw vrouw; hoe hebt gij dan kunnen zeggen: zij is mijn zuster? Daarop zeide Isaak tot hem: Omdat ik dacht: ik mocht anders eens om haar het leven verliezen.}; - \node[left sided, b'of3=2609] (2610) {\bibleref{10} Maar Abimelek zeide: Wat hebt gij ons toch aangedaan? Licht zou een van het volk bij uw vrouw hebben kunnen liggen, en dan zoudt gij schuld over ons gebracht hebben.}; + \node[left sided, b'of3=2606] (2607) {\bibleref{7} Toen \simlr{de mannen van die plaats} hem naar zijn vrouw vroegen, zeide hij: \simlr{Zij is mijn zuster}, want hij durfde niet zeggen: Zij is mijn vrouw, (want hij dacht:) \simlr{de mannen van die plaats mochten mij anders eens doden} om Rebekka, omdat zij \simlr{schoon van uiterlijk} is.}; + \node[left sided, b'of3=2607] (2608) {\bibleref{8} Toen hij lange tijd daar geweest was, en Abimelek, de koning der Filistijnen, eens door het venster keek, \diff{zag hij}, en zie, Isaak was aan het minnekozen met zijn vrouw Rebekka.}; + \node[left sided, b'of3=2608] (2609) {\bibleref{9} Toen riep Abimelek Isaak en zeide: \simlr{Zij is zowaar uw vrouw; hoe hebt gij dan kunnen zeggen: zij is mijn zuster?} Daarop zeide Isaak tot hem: Omdat ik dacht: ik mocht anders eens om haar het leven verliezen.}; + \node[left sided, b'of3=2609] (2610) {\bibleref{10} Maar Abimelek zeide: Wat hebt gij ons toch aangedaan? Licht zou een van het volk bij uw vrouw hebben kunnen liggen, en \diff{dan zoudt gij schuld over ons gebracht hebben}.}; \node[left sided, b'of3=2610] (2611) {\bibleref{11} Toen gebood Abimelek al het volk: Wie deze man of zijn vrouw aanraakt, zal zeker ter dood gebracht worden.}; \node[left sided, b'of3=2611] (2612) {\bibleref{12} En Isaak zaaide in dat land en oogstte in dat jaar honderdvoudig; want de \textsc{Here} zegende hem.}; - \node[left sided, b'of3=2612] (2613) {\bibleref{13} \simlr{En die man werd rijk}, ja gaandeweg rijker, totdat hij zeer rijk geworden was.}; - \node[left sided, b'of3=2613] (2614) {\bibleref{14} En hij had kudden kleinvee en runderen en een talrijke slavenstoet, zodat de Filistijnen hem benijdden.}; + \node[left sided, b'of3=2612] (2613) {\bibleref{13} En die man werd rijk, ja gaandeweg rijker, totdat hij zeer rijk geworden was.}; + \node[left sided, b'of3=2613] (2614) {\bibleref{14} \simlr{En hij had kudden kleinvee en runderen en een talrijke slavenstoet}, zodat de Filistijnen hem benijdden.}; \node[left sided, b'of3=2614] (2615) {\bibleref{15} Al de putten nu, die de knechten van zijn vader in de dagen van zijn vader Abraham gegraven hadden, hadden de Filistijnen dichtgestopt en met aarde gevuld.}; - \node[left sided, b'of3=2615] (2616) {\bibleref{16} Toen zeide Abimelek tot Isaak: Ga van ons heen, want gij zijt veel machtiger geworden dan wij.}; + \node[left sided, b'of3=2615] (2616) {\bibleref{16} Toen zeide Abimelek tot Isaak: \diff{Ga van ons heen}, want gij zijt veel machtiger geworden dan wij.}; \node[left sided, b'of3=2616] (2617) {\bibleref{17} Dus ging Isaak vandaar en hij legerde zich in het dal van Gerar, en woonde daar.}; - \draw (1210.east) -- (2001.west); \draw (2001.east) -- (2601.west); - \draw (2001.east) -- (2603.west); - \draw (1213.east) -- (2002.west); \draw (1213.east) -- (2005.west); - \draw (1212.east) -- (2011.west); \draw (2011.east) -- (2607.west); - \draw (1215.east) -- (2002.west); - \draw (1216.east) -- (2014.west); \draw (2014.east) -- (2613.west); + \draw (1210.west) -- (2001.east); \draw (1210.east) -- (2603.west); + \draw[red] ($(1210.west) + (0,2pt)$) -- ($(2001.east) + (0,2pt)$); + \draw[red] (1210.east) -- (2601.west); + \draw[cyan] ($(1210.east) + (0,2pt)$) -- ($(2601.west) + (0,2pt)$); + \draw ($(1210.east) + (0,4pt)$) -- ($(2601.west) + (0,4pt)$); + \draw[cyan] (1211.west) -- (2013.east); \draw (1211.east) -- (2607.west); + \draw (1213.west) -- (2002.east); + \draw (1213.west) -- (2005.east); \draw (1213.east) -- (2607.west); + \draw (1212.west) -- (2011.east); \draw (1212.east) -- (2607.west); + \draw (1215.west) -- (2002.east); + \draw (1216.west) -- (2014.east); \draw (1216.east) -- (2614.west); + \draw (1218.west) -- (2009.east); \draw (1218.east) -- (2609.west); + \draw[red] (1217.west) -- (2003.east); \draw[red] (1217.east) -- (2608.west); + \draw[red] (1217.west) -- (2009.east); \draw[red] (1217.east) -- (2610.west); + \draw[red] (1219.west) -- (2015.east); \draw[red] (1219.east) -- (2616.west); \end{tikzpicture} - \caption{Vergelijking van de drie passages} + \caption{\footnotesize Vergelijking van de drie passages \textcolor{lightgray}{zonder overeenkomsten of verschillen}, met overeenkomsten, \textcolor{red}{met verschillen} en \textcolor{cyan}{met verwijzingen}.}. \end{figure*} \restoregeometry |