1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
|
\seclit{Exodus}{Meyers}{Exodus, pp.~32-123}
\emph{De teksten in de kaders zijn niet in deze samenvatting meegenomen.}
\subsection*{De onderdrukking -- 1}
Ook Exodus verhaalt over een schepping: die van een volk. Het thema, het groot worden van het volk, wordt aangeduid door herhaling van hetzelfde woord (\ez{רָבָה}).
De farao in het verhaal wordt niet bij naam genoemd, wat het verhaal een ahistorisch karakter geeft. `Farao' kan staan voor alle onderdrukkers, of hem niet bij naam noemen kan simpelweg een manier zijn om hem minder status te geven.
Met het herhalen van de stam \ez{עָבַד}, `werken', wordt het intensieve karakter weergegeven.
De twee vroedvrouwen zijn de eerste twee van twaalf vrouwen in het begin van Exodus, een symbool voor de twaalf stammen van Isra{\"e}l. Zij worden wel bij naam genoemd. De `families' (1:21, eigenlijk `huis(houden)') zijn verbonden met vrouwen, niet met mannen.
De opdracht om alle jongetjes te vermoorden is politiek gezien onwaarschijnlijk en moet dus meer als literair hulpmiddel gezien worden.
\subsection*{De opkomst van Mozes -- 2:1-25}
Terwijl de namen van de ouders van Mozes wel bekend zijn (6:20), worden ze hier niet genoemd, net als Mozes' broer A{\"a}ron, die wel belangrijk zal zijn voor het verhaal. Wel wordt Mozes' afkomst vermeld.
Ironie staat centraal. Jongetjes moeten verdronken worden in de Nijl waar Mozes in wordt gered, en een Egyptische prinses redt hem. De machtelozen (incl. de vroedvrouwen) kunnen de politieke hi{\"e}rarchie ontwrichten.
Het woord voor mandje, \ez{תֵּבָה}, is ook `ark' in het verhaal van Noach; de zin `hij/zij zag dat het goed was' uit Gn.~1 wordt herhaald in 2:2. Beide verbanden met Gn laten zien dat met Mozes een nieuw tijdperk begint.
Het motief van een gedoemd jongetje dat wordt gered komt ook in andere culturen voor, maar er zijn verschillen met het verhaal in Ex.
\medskip
Mozes slaat een Egyptenaar dood, terwijl die geen Isra{\"e}liet heeft doodgeslagen. Toch is er geen kritiek van de schrijver. Misschien is het een voorbode van het geweld wat God op Egypte zal loslaten -- hetzelfde woord wordt gebruikt (\ez{נָכָה}). Ook helpt (\ez{יָשַׁע}, eigenlijk `redt') Mozes de zeven dochters van de priester uit Midjan, zoals God het volk zal redden (3:8). Tenslotte krijgt Mozes een dochter van Reuel (`vriend van God') als vrouw. Dat huwelijk, met een vrouw uit een onbekende cultuur (maar wel een afstammelinge van Abraham), is een laatste teken voor de grootheid van Mozes.
\medskip
Deze episode eindigt met de geboorte van Mozes' zoon, waarmee het een inclusie wordt. In de epiloog (vv.~23-25) komt God tevoorschijn.
\subsection*{Mozes' roeping en missie -- 3:1-7:7}
Mozes is een herder, een gebruikelijk beeld voor een leider van het volk. Hij wordt geroepen op een berg (gebruikelijk motief in nabije culturen als God gaat verschijnen) door een engel -- onduidelijk is waarom niet direct door God. Een mogelijkheid is dat de verteller God niet fysiek wil laten voorkomen, of dat met deze vertelling God niet afgebeeld kan worden.
In de aanhef van God onthult Hij zijn naam en verwijst hij terug naar de aartsvaders en zijn beloftes aan hen.
Mozes verzet zich acht keer tegen zijn roeping. Misschien zijn protesten uit verschillende tradities samengevoegd. Een andere mogelijkheid is dat de zeven plus \'e\'en protesten de compleetheid van de profetische interactie met God symboliseert. In ieder geval is het patroon tekenend voor een roepingsverhaal, maar wel met een verschil: het teken dat Mozes krijgt (3:12) is erg onduidelijk, wellicht met opzet zo geschreven.
In verschillende bronnen en tradities bestonden verschillende idee{\"e}n over de benoeming van God (verschillende vormen met \ez{אֵל}) wanneer de Godsnaam \ez{יְהֹוָה} werd onthuld: volgens tenminste \'e\'en traditie hier. De naam betekent `ik ben wie ik ben', `ik ben die ik ben' of `ik zal zijn wie/wat ik zal zijn'. De stam is \ez{הָיָה} (zijn, worden) en benadrukt Gods bestaan (en het mysterie daarvan?).
\medskip
Een god die magie doet om mensen te overtuigen is niet ongewoon in het oude Nabije Oosten. Mozes' terughoudendheid jegens zijn opdracht (`ik ben zwaar van mond en zwaar van tong') is metaforisch gezien rituelen voor het `openen van de mond' in Egypte en elders.
\medskip
Waarom God Mozes (of \'e\'en van zijn zoons) probeert te doden (4:24-26) is onduidelijk. We weten alleen dat God de aanvaller is, dat het niet zozeer een aanval als wel een wake-up call is (anders had God zeker kunnen winnen), dat de dreiging door een vrouw wordt afgeweerd (ze weet wat ze doet -- omdat ze uit een priesterlijke familie komt?), en dat de besnijdenis en het aanraken van Mozes het gevaar afweert (was dit een bekend ritueel?). Misschien is dit, net als andere elementen uit 3:1-4:31, een voorbode voor wat komen gaat, in dit geval dat de eerstgeboren Isra{\"e}lieten door bloed zullen worden gered.
\medskip
Na een tijd waarin het slechter gaat (d\'o\'or God) herhaalt God zijn belofte in 6:2 door 3:15 te echo{\"e}n. De hele passage (6:2-7:7) herhaalt de eerdere discussie tussen God en Mozes, met een paar verschillen. Deze passage heeft de stijl van een oud civiel contract. In 6:6-8 gebruikt God zeven of negen werkwoorden, symboliserend volheid of de negen tekenen en wonderen.
\subsection*{Tekenen en wonderen -- 7:8-10:29}
Het woord voor `plaag' (\ez{נָגַף}, eigenlijk `slaan') wordt slechts \'e\'en keer gebruikt tijdens de negen `tekenen' en `wonderen' (bij de hagel die mensenlevens kost) en verschillende keren in 11:1-13:16, waar de eerstgeborenen worden gedood. Het idee van `tien plagen' is nabijbels. De eerste negen `plagen' worden eigenlijk tekenen en wonderen genoemd.
In Ps.~78, 105 worden andere lijsten tekenen en wonderen gegeven. Waarschijnlijk zijn verschillende bronnen in Ex. samengevoegd.
De tekenen en wonderen komen in drie trio's. Ieder trio is hetzelfde opgebouwd:
\begin{itemize}
\item Een waarschuwing, 's ochtends en buiten.
\item Een waarschuwing, in het paleis.
\item Geen waarschuwing of indicatie van locatie.
\end{itemize}
De eerste groep is water-gerelateerd, de tweede mens-en-dier-gerelateerd, en de laatste lucht-gerelateerd.
Er zijn ook elementen bij elk teken die het patroon niet volgen, zodat het verhaal interessant blijft.
De tekenen zijn dus niet willekeurig. God heeft zeggenschap over de natuur. Elk onderdeel van de schepping (Gn.~1) komt langs -- een indicatie dat P hier heeft geredigeerd. Dat de tekenen niet willekeurig zijn wil niet zeggen dat ze een literair verzinsel zijn. Veel van de tekenen passen in de tijd en context.
\medskip
\emph{De passages over de tekenen zijn niet in deze samenvatting meegenomen.} %todo
\subsection*{Plaag, rituelen en vertrek -- 11:1-13:16}
De plaag is belangrijk omdat rituele praktijken (het Pesachlam, ongedesemd brood en de wijding van de eerstgeborene) er hun oorsprong in vinden. Hierdoor is het wel lastig te bepalen wat een authentieke herinnering is en wat later is aangepast om latere praktijken te verklaren. De huidige tekst heeft in ieder geval een complexe ontstaansgeschiedenis.
Mozes en A{\"a}ron deden de tekenen, maar God zal de plaag uitvoeren. De plaag is voornamelijk een manifestatie van zijn macht, niet van zijn wreedheid. In het oude Nabije Oosten wordt extreem geweld vaak aan goddelijke macht toegeschreven.
Eerstgeborenen staan symbool voor alle latere kinderen, en alle eerstgeborenen staan symbool voor de hele samenleving.
\medskip
Zoals de hele Egyptische samenleving wordt getroffen, zo neemt de hele Isra{\"e}litische `congregatie' deel aan het eerste Pesachfeest. Alle Isra{\"e}lieten (mannen en vrouwen) doen mee, maar mensen van andere afkomst niet (tenzij ze zich laten besnijden) -- en zij die niet deelnemen verliezen hun plaats in de congregatie.
Welk soort dier wordt gebruikt is niet zo belangrijk, wel dat het een \'e\'en jaar oud mannetje is. Dan is er nog geen grote investering gedaan in het dier en geeft de moeder nog melk die gebruikt kan worden voor mensen.
Zowel de voorschriften voor het dier als die voor het ongedesemd brood worden meerdere keren herhaald. In beide gevallen wordt het rituele aspect benadrukt.
Een derde ritueel is het heiligen van de eerstgeboren mannetjes bij zowel mensen als dieren. Volgens 13:14 e.v. is de plaag de oorsprong van dit gebruik. Maar de plaag was niet geslachtspecifiek. Waarschijnlijk is dit dus een rationalisering van een ouder gebruik.
\medskip
Naast mensen en dieren worden ook Egyptische goden getroffen: JHWH is sterker. Maar uit deze en andere teksten blijkt ook dat de Isra{\"e}lieten geen monothe{\"i}stisch wereldbeeld hadden. Dat is een ontwikkeling van tijdens of na de ballingschap.
\medskip
Het vertrek gaat in twaalf delen, herkend door de formulering `en het volk vertrok van \dots en kwamen aan in \dots'. Het is dus geen dolen in de woestijn maar een betekenisvolle reis.
Het aantal van 600.000 mannen is een hyperbool om 1:7 te bevestigen en alle komende generaties ook bij de exodus te betrekken. 600 is een militaire eenheid -- een voorbode voor de komende episode?
\subsection*{De bevrijding -- 13:17-15:21}
De militaire overwinning is het teken van een categorische overwinning. De overwinning wordt twee keer vermeld, eerst in proza en dan in een lied. Het lied is veel ouder, waarschijnlijk uit de 13\e of 12\e eeuw v.o.j. Het verhaal ervoor is geschreven naar de hymne.
De wolken- en vuurzuil die de Isra{\"e}lieten moeten volgen volgen een \emph{merisme}: twee tegengestelden die een eenheid vormen. God zal dus altijd een gids zijn voor Isra{\"e}l.
Het verhaal is opgedeeld in drie delen gescheiden door `Toen zei de Heer tegen Mozes' (vv.~1, 15, 26): de achtervolging, het scheiden van de zee en het terugstromen van het water.
Als het volk bang wordt zegt Mozes, `wees niet bang.' Het is een militaire uitdrukking, maar wordt ook gebruikt in Godsverschijningen. De twee betekenissen vallen hier samen: er is militaire dreiging \'en Gods macht zal worden getoond. Verder zegt hij, `wacht rustig af,' mogelijk ook een militaire uitdrukking, en `zie de bevrijding die de Heer tot stand zal doen brengen,' vaak gebruikt in militaire context.
\medskip
Traditioneel is Mozes de auteur van 15:1-18 en Mirjam van 15:21. Maar o.a. manuscripten uit de dode zee-rollen en het feit dat het overwinningslied meer een genre van vrouwelijke muzikanten is, is reden om heel 15:1-21 aan Mirjam toe te schrijven.
Mozes komt in het lied niet voor, en het hele lied is hemel-gecentreerd. Gezien v.~11 is het lied van voor monothe{\"i}stische idee{\"e}n, ook al is het ook mogelijk dat `goden' hier `ondergestelde hemelse wezens' betekent. Het gebruik van tempel-gerelateerd vocabulaire is een argument voor een late datering, maar het is ook mogelijk dat dat vocabulaire uit dit lied afkomstig is. Het is echter ook mogelijk dat er geen verband is met de tempel. Het is onwaarschijnlijk dat er later verwijzingen naar de tempel zijn toegevoegd.
Het lied noemt de berg van de Heer en is daarmee datgene waarop het hele verhaal is gericht. De rest van Exodus gaat over de openbaring op die berg.
%todo
|