diff options
Diffstat (limited to 'college6.tex')
-rw-r--r-- | college6.tex | 4 |
1 files changed, 2 insertions, 2 deletions
diff --git a/college6.tex b/college6.tex index a930695..612bbe6 100644 --- a/college6.tex +++ b/college6.tex @@ -54,7 +54,7 @@ Er zijn verschillende argumenten tegen het tweede punt. Allereerst zijn sommige Bij andere verwijzingen gaat het om korte, opzichzelfstaande spreuken of gezegden, zoals bijvoorbeeld die in 10:8a (`Wie een kuil graaft, zal er in vallen') naar Ps.~7:16 en Spr.~26:27. Het gaat hier om zo'n korte eenheid, die in zoveel contexten toepasselijk is, dat dit evengoed een wijdverbreid gezegde kan zijn geweest, of uit een andere gedeelde bron afkomstig is (het is bekend\footnote{\fox, p.~xi} dat zeker Spreuken materiaal uit buitenlandse wijsheidsliteratuur bevat). -Ten slotte is het bij sommige verwijzingen zo dat het waarschijnlijk is dat Prediker inderdaad tekst overneemt (ofwel uit het boek waarnaar verwezen wordt, ofwel uit een gemeenschappelijke bron), maar die ook significant veranderd. Bijvoorbeeld: +Ten slotte is het bij sommige verwijzingen zo dat het waarschijnlijk is dat Prediker inderdaad tekst overneemt (ofwel uit het boek waarnaar verwezen wordt, ofwel uit een gemeenschappelijke bron), maar die ook significant verandert. Bijvoorbeeld: \begin{quote} Dt.~23:21 Wanneer gij \myemph{de \textsc{Here}, uw God}, een gelofte doet, zult gij er niet mee talmen haar in te lossen, want \myemph{de \textsc{Here}, uw God}, zou ze toch van u eisen en dan zoudt gij u bezondigen. @@ -82,7 +82,7 @@ Deze verschillende godsbeelden hebben natuurlijk invloed op de manier waarop Pre E\'en van de belangrijke idee{\"e}n uit Job is de retributietheologie. Volgens Clines\footnote{\clines, p.~51} wordt die verworpen door Job in zijn speeches, maar komt ze toch terug in de epiloog. Omdat God zich actief met de wereld bemoeit, is het belangrijk `hem te vriend te houden'. Wat dat betekent is onduidelijk: in de stem van de auteur en de verteller vooral dat Godvrezend zijn (de geboden te onderhouden, etc.) jezelf voordeel zal opleveren. De goddelijke toespraken spreken niet zozeer over rechtvaardigheid maar over een universele orde\footnote{\clines, pp.~47-49} -- wellicht is het idee dan dat Godvrezend zijn het enig passende antwoord is; het is een mogelijke interpretatie van 42:6: de geboden niet te onderhouden omdat het voordelig is, maar omdat God dit met zijn essentie afdwingt. -Predikers overtuiging dat God `alles gemaakt heeft en controleert, maar niets van zijn inzichten of controle aan de mensen prijsgeeft'\footnote{\vanwolde, p.~40}, leidt hem tot een hele ande visie op het leven. God geeft de mensen goede dingen om te doen (2:25; 3:13; 5:17-19), maar ook slechte (1:13), en het is dus je eigen taak om die van elkaar te onderscheiden. Hoe oneerlijk het ook lijkt in de moderne tijd: ondanks dat we niets van God kunnen weten (8:17), worden we uiteindelijk wel aansprakelijk gesteld voor onze daden (11:9). Misschien is dat uiteindelijk dan wat in 12:13 bedoeld wordt: we kunnen niets van God weten, maar Hij berecht ons uiteindelijk wel; dan is het maar het beste zijn geboden te volgen en op het beste te hopen. +Predikers overtuiging dat God `alles gemaakt heeft en controleert, maar niets van zijn inzichten of controle aan de mensen prijsgeeft'\footnote{\vanwolde, p.~40}, leidt hem tot een heel andere visie op het leven. God geeft de mensen goede dingen om te doen (2:25; 3:13; 5:17-19), maar ook slechte (1:13), en het is dus je eigen taak om die van elkaar te onderscheiden. Hoe oneerlijk het ook lijkt in de moderne tijd: ondanks dat we niets van God kunnen weten (8:17), worden we uiteindelijk wel aansprakelijk gesteld voor onze daden (11:9). Misschien is dat uiteindelijk dan wat in 12:13 bedoeld wordt: we kunnen niets van God weten, maar Hij berecht ons uiteindelijk wel; dan is het maar het beste zijn geboden te volgen en op het beste te hopen. \medskip Concluderend: in zowel Job als Prediker lezen we vooral een advies God te vrezen, maar de boeken komen via een totaal andere weg tot dat advies. Enerzijds stelt de auteur van Job een God voor die zich met de mensen (ieder afzonderlijk) bemoeit. Omdat het overduidelijk is dat Hij boven de mensen staat (bijvoorbeeld in de schepping, 38:1-39:33) kan de mens niet anders dan Hem te gehoorzamen. Anderzijds is de kern van Predikers betoog dat we niets van God kunnen weten en daarom uit een soort voorzorgsmaatregelen maar beter zijn geboden kunnen onderhouden. |