1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
|
% vim: spelllang=nl:
\documentclass[a4paper]{article}
\usepackage{geometry}
\usepackage[dutch]{babel}
\usepackage{enumitem}
\usepackage{pt}
\title{Pastoraaltheologie\\\large{Vragen bij college 8 en 9}}
\author{Camil Staps}
\date{10 en 17 november 2016}
\begin{document}
\maketitle
\comment{%
Voor de herfstvakantie: materieel object (het christelijk geloof).
We kunnen over God spreken (weten dingen over hem) omdat God zelf gesproken heeft (aanname).
Vanaf nu: formeel object (`de bril waarmee je naar het materieel object kijkt'):
theologisch,
hermeneutisch,
\dots,
praktisch.
}
\begin{enumerate}
\item
\comment{Heidegger relateert hermeneutiek aan het \emph{dasein} (de modus van het mens-zijn in ruimte-tijd),
anders dan (voorheen) alleen aan het objectivistische tekst-verstaan.
Bij hermeneutiek gaat het niet alleen om tekst-verstaan,
maar ook om het verstaan van het `zelf' dat leest.}
Sinds Heidegger wordt hermeneutiek door sommigen relationeel, ontologisch en universeel opgevat:
relationeel, omdat de interpreteerder onlosmakelijk verbonden is aan het ge{\"\i}nterpreteerde object;
ontologisch, omdat we als mens begrijpend in de wereld staan;
universeel, omdat de hermeneutiek het fundamentele dasein (dat universeel is) duidt.
\item
We kunnen tijd niet (meer) als lineair \'e\'enrichtingsproces ervaren,
maar zien verleden en toekomst als in strijd verwikkelde tegenpolen.
\comment{En het heden is volkomen ondenkbaar, want zodra we het denken, is het verleden ---
wel is het duidelijk dat het continu in spanning met verleden en toekomst is.}
Dat we niet uit deze tijdservaring kunnen stappen maakt dat we onszelf, een tekst of ritueel nooit volledig kunnen begrijpen.
Dit leidt tot een hermeneutische crisis.
\comment{%
Traditionalisme: toegeven aan de kracht van het verleden
(God identificeren met vormen uit het verleden);
post-traditionalisme: toegeven aan de kracht van de toekomst
(ongebonden aan het verleden; God zal totaal anders zijn in de toekomst).
}
\item
Mensen kunnen de dimensie van tijd niet ontglippen omdat ze er in staan.
Dit betekent echter ook dat ze al tijdens hun leven onderdeel zijn van de geschiedenis en de traditie.
Dat maakt het voor hen mogelijk die traditie te begrijpen.
Wanneer we die traditie, die we niet direct op de moderne tijd toe kunnen passen,
`vertalen' of `appropri\"eren', staan we in de \emph{hermeneutische cirkel},
omdat hiermee die geschiedenis ook wordt doorgeschreven.
Doordat we niet uit die geschiedenis en cirkel kunnen geraken,
kunnen we niet tot iets als absolute kennis komen.
De betekenis die we in de hermeneutische cirkel vinden is dus altijd partieel.
\item
Twee punten van kritiek op Gadamer en Ricoeur vanuit de radicale hermeneutiek (Caputo):
\begin{itemize}
\item
Gadamer probeert een Heidegeriaans begrip van de eindigheid van het leven ---
waardoor we historisch zijn en kunnen begrijpen ---
te combineren met een Hegeliaans concept van geschiedenis ---
waarbij dat wat begrepen wordt oneindig, altijd evoluerend wordt verondersteld.
Zijn deze twee wel verzoenbaar?
De absolute historiciteit van het subject lijkt in te houden dat absolute betekenis niet bestaat,
terwijl de oneindigheid van het object die absolute betekenis juist veronderstelt.
\item
Caputo claimt dat Gadamer `de ander' verliest.
\question{In de paragrafen die volgen wordt echter alleen over Caputo's eigen standpunt gerept,
niet over dat van Gadamer of de kritiek daarop.}
\end{itemize}
Gadamar lost het probleem (van mensen die
(a) hetzelfde boek lezen, etc., maar
(b) toch een radicaal andere interpretatie daaraan geven)
op door te claimen dat ooit deze standpunten bij elkaar zullen komen,
en die uiteindelijke betekenis er altijd al in verborgen heeft gezeten.
Dit doet, volgens Caputo, echter geen recht aan de radicaal verschillende standpunten tussen gelovigen en confessies.
\item
Drie problemen met Caputo's radicale hermeneutiek:
\begin{itemize}
\item
Wanneer we een radicaal geloof noodzakelijk stellen (\emph{il faut croire})
en stellen dat God onkenbaar is (\emph{we do not know what we believe or to whom we are praying})
vallen we terug op blind vertrouwen.
Is er dan nog wel een rationeel fundament?
\comment{%
Religie heeft dan geen enkel referentiepunt meer:
er is geen identificatie met de wereld die we kennen.
Je vervalt in \emph{fide{\"\i}sme}, blind vertrouwen.
}
\item
Een radicale hermeneutiek geeft geen reden om te geloven in een goede god, in plaats van in een slechte god.
Beide zouden onkenbaar zijn, dus hoe bepalen we welke god we in actie zien?
\item
Caputo beweert dat het onmogelijk is over het onmogelijke te spreken.
Zou dit echter niet toch mogelijk zijn als we narratieve, metaforische taal gebruiken?
\end{itemize}
\item
\comment{Kearney is gepromoveerd bij en staat in de traditie van Ricoeur.}
Kearney claimt dat er iets bestaat tussen zelf en ander, verleden en heden, wel- en niet-verstaan.
Door dit geen binaire opvatting maar een glijdende schaal te maken,
(a) komt er ruimte voor verschil (onvergelijkbaarheid) en
(b) raakt de verbinding tussen beiden niet zoek.
\item
\end{enumerate}
\end{document}
|