summaryrefslogtreecommitdiff
diff options
context:
space:
mode:
-rw-r--r--college-45.tex2
-rw-r--r--college-6.tex110
2 files changed, 111 insertions, 1 deletions
diff --git a/college-45.tex b/college-45.tex
index 697677a..046897a 100644
--- a/college-45.tex
+++ b/college-45.tex
@@ -8,7 +8,7 @@
\title{Pastoraaltheologie\\\large{Vragen bij college 4/5}}
\author{Camil Staps}
-\date{28 september 2016}
+\date{29 september en 6 oktober 2016}
\begin{document}
diff --git a/college-6.tex b/college-6.tex
new file mode 100644
index 0000000..9e8d61e
--- /dev/null
+++ b/college-6.tex
@@ -0,0 +1,110 @@
+% vim: spelllang=nl:
+\documentclass[a4paper]{article}
+
+\usepackage{geometry}
+\usepackage[dutch]{babel}
+\usepackage{enumitem}
+\usepackage{pt}
+
+\title{Pastoraaltheologie\\\large{Vragen bij college 6}}
+\author{Camil Staps}
+\date{13 oktober 2016}
+
+\begin{document}
+
+\maketitle
+
+\begin{enumerate}
+ \item
+ De hermeneutische dimensie van het geloof houdt in dat mensen
+ weer meer aandacht gaan hebben voor de primaire teksten van de traditie
+ in interpersoonlijke en intrapersoonlijke communicatie.
+ Dit dient zowel een creatieve als een kritische functie:
+ creatief, omdat het de lezer tot nieuwe inzichten kan brengen\question{(?)};
+ kritisch, omdat het de lezer zijn gedrag aan de traditie laat meten\question{(?)}.
+
+ \item
+ Narratieve getuigenis heeft twee betekenissen:
+ (a) een persoonlijke: dat de getuigenis fragiel maar voor het subject overtuigend is en in actie resulteert;
+ (b) \'e\'en die gerelateerd is aan christelijke teksten.
+
+ \item
+ Bij een hermeneutische benadering van een tekst gaat het
+ niet om de intentie van de auteur
+ maar om de wereld die door de tekst wordt gepresenteerd
+ en het onderzoeken van en opgaan in die wereld.
+ De tekst is meer dan een replica van de werkelijkheid:
+ ze suggereert nieuwe mogelijkheden voor die werkelijkheid
+ en transformeert en verrijkt haar.
+ Voor Ricoeur is interpretatie het jezelf in de betekenis van de tekst plaatsen
+ en op reis gaan met de tekst%
+ \question{~(wat dat ook moge betekenen)}.
+
+ \item
+ De ontwikkeling van het plot van een tekst is een dynamisch proces
+ dat plaatsvindt in de interactie tussen de tekst en de lezer:
+ de lezer brengt zijn eigen herinneringen in en bekijkt die met de tekst.
+
+ \item
+ Volgens Riceour heeft vertellen drie aspecten als creatieve imitatie van de wereld:
+
+ \begin{itemize}
+ \item Prefiguratief,
+ wanneer de handeling zelf narratieve elementen bevat.
+ \item Configuratief,
+ die de organisatie van de tekst die haar tot verhaal maakt.
+ \item Refiguratief,
+ een vrij plan of vrije handeling die voortkomt uit het lezen van de tekst.
+ \end{itemize}
+
+ \item
+ Bij een hermeneutische benadering van een tekst probeert de lezer de tekst toe te passen op zijn eigen leven.
+ Het lezen is dus niet afstandelijk maar persoonlijk.
+ Door een hermeneutische benadering laat de lezer zien dat hij iets wil veranderen, iets wil doen.
+ Het is dus een attestatieve interpretatie.
+
+ \item
+ De vraag naar de narratieve identiteit is
+ ``Wie herinnert en denkt er over zichzelf?''
+ Het gaat immers om een persoonlijke interpretatie van de tekst.
+ Bij een hermeneutische benadering is deze vraag echter niet volledig,
+ omdat de lezer plannen en handelingen uit de tekst voort laat komen.
+ Hierbij moeten we dus ook de vraag stellen,
+ ``Wie is het morele subject?''
+
+ \item
+ Temporaliteit is een probleem om over het \emph{zelf} te praten.
+ De mens is immers een veranderend wezen.
+
+ Bij het spreken over identiteit nemen we
+ gelijkheid over tijd (idem-identiteit) aan
+ en denken we over `wie' over zichzelf reflecteert (ipse-identiteit).
+ Deze twee aspecten vormen een dynamische, temporele identiteit.
+
+ Daarnaast is de verhouding zelf-ander van belang,
+ omdat we ons alleen een identiteit kunnen vormen in relatie met anderen.
+ In het bijzonder moeten we de ander als een ander zelf zien.
+ Als we dat doen, kunnen we ook onszelf als een ander zien.
+
+ \item
+ De zelf-ander-dialectiek presenteert zich op drie manieren:
+
+ \begin{itemize}
+ \item
+ Lichamelijk: de ander in het lichaam van het zelf,
+ want dat lichaam ben ik ook,
+ en toch is het anders dan `ikzelf'.
+
+ \item
+ Intersubjectief: door de ander te herkennen in de verantwoordelijkheid die hij voor me neemt
+ en die ik neem voor anderen.
+
+ \item
+ Intrasubjectief: door de stem van het bewustzijn te herkennen
+ \question{(Wat betekent dit?)}.
+ \end{itemize}
+
+ \item
+\end{enumerate}
+
+\end{document}