\seclit{Wat is wijsheid?}{Van Wolde}{Schrift 281, pp.~39-44} Prediker stelt geen vragen over onrecht of onverdiend lijden, maar over het leven van mensen, en dus ook de dood. Door de dood is ons leven \ez{הָ֫בֶל}, \emph{zonder essentie}, blijvende waarde of voordeel. Toch spant Prediker zich in om te zeggen dat alles om niets draait. Hij doet daarbij geen beroep op openbaring, maar op rationaliteit. Hij komt tot de conclusie dat er een God is die boven alles staat als schepper en controleur, maar niets van zijn inzichten prijsgeeft. Hij gaat verder niet in op de deterministische kant van die opvatting, maar kijkt vooral naar de consequenties voor de levenshouding van de mens. Uitgangspunt zijn de vele \emph{tegenstellingen} in de wereld. Hoe kunnen we betekenis aan het leven geven als er zo weinig coherentie is (of wij die niet kunnen kennen)? Dingen zijn waar afhankelijk van je levensperiode, de context, de omstandigheden, de tijd, \ldots, en het individu. Doordat we niet tegelijkertijd op het niveau van het individu en dat van de groep kunnen kijken, zijn we altijd onwetend. De wetenschappelijke houding is kenmerkend voor Prediker, ook al schept hij geen samenhangend geheel. Doordat hij uitgaat van eigen ervaring, is zijn kennis (en die van anderen) persoonsgebonden, en dus ook anders dan die van God. Wijsheid heeft dus twee aspecten: (1) een rationele, gestuurd door waarneming, gecentreerd in het hart, en (2) het daarmee verworven inzicht of de daarmee opgedane kennis. Prediker neemt niets van andere mensen aan. Dit wordt benadrukt doordat hij verschillende keren de tegenstelling tussen horen (van anderen) en zien (eigen waarneming) benoemt. In het eerste hoofdstuk geeft Prediker aan op zoek te gaan naar geluk. Ten dele spoort hij vervolgens aan te genieten van het goede in het leven (bv. 5:19), vooral als je het verdiend van je werk, maar ook zegt hij dat hij zelf zo geen geluk heeft gevonden (2:10-11). In feite zegt hij dat het beste wat je kunt doen is de portie tijd die je gegeven is te genieten, ook al is dat soms onbevredigend.