% vim: set spelllang=nl: \documentclass[a4paper]{article} \usepackage{geometry} \usepackage{polyglossia} \usepackage{ucharclasses} \setmainlanguage{dutch} \setTransitionsForLatin{\begingroup\hyphenrules{dutch}}{\endgroup} \usepackage{xcolor} \usepackage{bidi} \usepackage{fontspec} \setmainfont[Ligatures=TeX]{Latin Modern Roman} \newfontfamily{\ezra}{Ezra SIL}[Scale=MatchLowercase] \DeclareTextFontCommand{\textezra}{\ezra} \let\ez\textezra \usepackage{enumitem} \title{Job\\\large{Huiswerk Exegese OT, college 5}} \author{Camil Staps} \date{28 februari 2016} \def\clines{David J.A. Clines, \textit{Job's God}} \def\fox{Michael V. Fox, \textit{Reading the Tale of Job} (in \emph{A Critical Engagement})} \let\oldQuote\quote \let\oldEndquote\endquote \renewenvironment{quote}{\oldQuote\small}{\oldEndquote} \begin{document} \maketitle Om de betekenis van het boek Job te achterhalen, vergelijkt Clines\footnote{\clines} de `stemmen' van de personages in het boek, terwijl Fox\footnote{\fox} het verhaal om de speeches heen bekijkt. Hiermee maakt Fox al direct een belangrijke beslissing. Waar Clines Job~1-2; 42:7-17 aan de stem van de verteller toeschrijft, en dus de verteller uiteindelijk als personage ziet, geeft Fox hem een speciale plaats -- in zekere zin vergelijkbaar met de stem van de auteur die Clines als laatste behandelt. Nadat Clines de stem van de verteller (1-2; 42:7-17) en de auteur (1-42) afzonderlijk behandelt, komt hij tot de conclusie dat `perhaps the narrator is closer to the author than any of them [the characters]'\footnote{\clines, p.~51.}. Ook al wordt het niet expliciet gesteld, kun je Fox dus in het verlengde van Clines lezen. Gezien Clines' conclusie, probeert Fox de bedoeling van de auteur te achterhalen door specifiek naar die delen te kijken waar de verteller aanwezig is: de andere passages zijn vooral een uitwerking van de proloog en de epiloog, die volgens Fox samen een oud volksverhaal vormen. \medskip Zoals al gezegd onderscheidt Clines de stemmen van verschillende personages. De drie vrienden van Job representeren de traditionele retributietheologie van Isra{\"e}l met kleine onderlinge verschillen. Elihu ziet God vooral als grote communicator of leraar. Hij heeft verschillende methoden om zijn wil aan mensen duidelijk te maken. Job hing vroeger ook de retributietheologie aan, maar is nu zelf een tegenvoorbeeld ervan. Hij ziet God als een monster geleid door wreedheid, op zowel universele als individuele schaal. Niet alleen worden rechtvaardigen niet goed behandeld, ook gaan onrechtvaardigen vrijuit. Jahweh ziet zichzelf als schepper van de wereld (inclusief morele systemen), maar niet als haar controleur. De doelen van de wereld zijn niet evenwicht en retributie maar intimiteit, onderhoud en verscheidenheid. De verteller is geen aanhanger van de retributietheologie, maar aan het eind lijkt die stroming toch een beetje terug te komen. De mening van de auteur komt waarschijnlijk naar voren door de verteller, maar kan ook anders geweest zijn. Op de indeling van Job in verschillende personages en de discussie van de meningen van die personages heb ik weinig aan te merken. Wel is het bij Clines onduidelijk wat de functie van de andere personages is, als de auteur zijn mening in de verteller naar voren laat komen. Clines schrijft\footnote{\clines, p.~40}: \begin{quote} So in the end it is far from clear that one voice, and one voice alone, should be attended to; and in any case, the poet has set before us the utterances of all the interlocutors for our instruction and delectation, and we may do well to savour, in all its variety, their conflicted talk about God. \end{quote} Dit lijkt op gespannen voet te staan met het eerdere citaat van p.~51: waarom zijn de andere personages nodig als de auteur het eens is met de verteller? Het is voor mij niet duidelijk waarom het bij Clines zo belangrijk is dat de auteur het met \'e\'en van de personages eens is. Op p.~50 schrijft hij: \begin{quote} It may be that the author does not have a viewpoint that he wants to propound, that he is more of a poet than a theologian. [\ldots] And yet it is tempting to imagine that he has a preference for one of the positions he has laid out so persuasively. \end{quote} Waarom dit precies `tempting' is wordt echter niet besproken. Daarnaast zijn er meer gevallen denkbaar naast het `de auteur is een dichter' waarin de auteur geen bepaald standpunt inneemt. Dit is bijvoorbeeld zo voor leerboeken. Gezien de epiloog schrijft Clines ten slotte nog\footnote{\clines, p.~51}: \begin{quote} [C]ould the author have had yet another vision of the human, one that did not hang upon questions of justice, but foregrounded the mundane, the domestic and the social business of living? \end{quote} Het is echter onduidelijk waarom dit mogelijke standpunt aan de auteur en niet aan de verteller wordt toegeschreven. Omdat het niet duidelijk is waarom de andere personages er zijn als de verteller de idee{\"e}n van de auteur weerspiegelt, en we geen aanleiding hebben om een ander standpunt aan de auteur toe te schrijven, zou ik dus liever in lijn met de suggestie op p.~40 blijven volhouden dat de auteur `onafhankelijk' is en slechts verschillende meningen wil laten zien. \medskip Dit wordt ondersteund door het artikel van Fox. Die ziet de pro- en epiloog van de verteller als een volksverhaal gebruikt als kader voor de discussie tussen de verschillende personages\footnote{\fox, p.~159}: \begin{quote} The author of the book did not himself originate the folk tale of Job, but he is not repudiating it. He is unfolding its potentials. The Tale of Job provides stability--not existential but literary--in the form of a definitive, omniscient, authorial voice. [\ldots] Without this control, the middle chapters would be a heated jumble of anger, contradiction, and ignorance. \end{quote} Met andere woorden: de verteller en het verhaal zijn niet erg belangrijk, de discussie wel. En Clines geeft aan dat er geen voorkeur van de auteur jegens \'e\'en van de deelnemers aan de discussie lijkt te zijn. Het lijkt er dus op dat de auteur daadwerkelijk verschillende meningen wil belichten (maar niet die van de verteller, zoals Clines suggereert). \end{document}