% vim: spelllang=nl: \documentclass[a4paper]{article} \usepackage{geometry} \usepackage[dutch]{babel} \usepackage{enumitem} \title{Geschiedenis van Kerk en Theologie\\\large{Opdracht bij college 11}} \author{Camil Staps} \date{7 december 2016} \begin{document} \maketitle \section*{Verslag college 10} \subsection*{Christendom in de V.S.} De V.S. kennen van oudsher een grotere confessionele vari\"eteit dan Europa. Over de laatste tientallen jaren verliezen de protestanten terrein aan de niet-religieuzen. De katholieken hebben, dankzij een grote migrantenstroom uit Zuid-Amerika, een stabiel getal. De V.S. leggen in het `First Amendment' vast dat de federale overheid geen wetten over religiebeperking mag aannemen. Aanvankelijk is het idee dat dit iets is dat per staat geregeld moet worden; later wordt dit uitgelegd als een strikte scheiding van kerk en staat. Verschillende groepen christenen in de V.S.: \begin{description} \item[Methodisten] Komen voort uit \emph{frontier christianity} (de erg praktisch ingestelde vorm van christendom op de rand van de beschaving, steeds verder naar het westen). De stroming kenmerkt zich door een hoog opwekkingskarakter. De zelfheiliging is prominenter aanwezig in de leer dan de predestinatie. \item[Baptisten] Voornamelijk in het zuidwesten. Kenmerken zich door de volwassendoop. Er is geen centraal instituut: autonome gemeenschappen zijn verenigd in een conventie. Er zijn verschillende conventies. De erg conservatieve Southern Baptist Convention is de grootste denominatie na de RKK. \item[Mormonen] Ook wel de \emph{Latter Day Saint movement}. Deze groep, ge{\"\i}soleerd in Utah, heeft een ander heilig boek naast de Bijbel. Dit boek biedt de oplossing voor het probleem dat het christendom al vroeg geperverteerd is. \end{description} Volgens Rodney Stark kent Amerika een religieuze markt: mensen maken een economische keuze voor hun kerk. Hierbij delen groeiende kerken vaak een aantal aspecten: ze vragen veel inzet, belijden een machtige god, geven concrete antwoorden op levensvragen en hun leiders hebben charisma. In de discussie rond de slavernij (va. 1850) komen zowel voor- als tegenargumenten uit christelijke hoeken. Nu nog clusteren rassen samen in kerken. \subsection*{Missionering (va. 2\textsuperscript{e} helft 16\textsuperscript{e} eeuw)} Bij de missionering hebben de Jezu{\"\i}eten i.h.b. in China een belangrijke rol. Zij integreren eerst in de inheemse cultuur. Dit leidt tot de ritenstrijd (1645--1742), waarbij tegenstanders hen betichten van afgoderij e.d. De strijd vindt vnl. in pamfletten plaats. Uiteindelijk heft de paus de Societas Jesu op. In 1814 zal de orde worden hersteld, waarna de Jezu{\"\i}eten weer zendingswerk gaan doen. \subsection*{De Franse Revolutie} De oorzaak van dit conflict is deels religieus. In 1598 (Nantes) kregen protestanten het recht hun geloof uit te oefenen. Lodewijk XIV trekt dit edict terug in 1685 --- een exodus van hugenoten volgt. In het algemeen is er onvrede vanwege een aantal religieuze debatten: rondom het Jansenisme, de ritenstrijd, onfeilbaarheid van de paus vs. autonoom denken uit de verlichting, etc. Na de revolutie wordt een grondwet een een verklaring van de rechten van de mens en de burger opgesteld. De verbintenis tussen kerk en staat wordt goeddeels verbroken: kerkbelasting wordt afgeschaft, net als kloosters; kloostergeloften worden ongeldig verklaard; etc. De maatschappij wordt ontkerstend: straat die naar heiligen zijn vernoemd worden hernoemd, priesters moeten de grondwet beamen, etc. Weigeraars worden ter dood gebracht. Onder Napoleon en Pius VI (begin 19\textsuperscript{e} eeuw) verbetert de relatie tussen Frankrijk en het Vaticaan weer. In een concordaat wordt vastgelegd dat de paus weer bisschoppen mag benoemen. Maar\dots Napoleon kroont zichzelf en zijn keizerin, en in 1807 wordt de paus gearresteerd. Na Waterloo (1815) worden de oude politieke toestand (incl. de Roomse staat) weer hersteld met de restauratie van Wenen. De Franse Revolutie was traumatiserend voor de katholieke kerk. De reactie wordt door Woodhead getypeerd als \emph{fortress catholicism}: een radicale afwijzing van de idealen van de revolutie en de verlichting (vrijheid, gelijkheid, broederschap; vrijheid v. wetenschap, godsdienst, etc.). \section*{Tentamenvragen bij Woodhead, pp.~333--401} \begin{description}[style=nextline] \item[Leg uit waarom vooral `mainline' kerken leden onder toenemende secularisatie in de tweede helft van de 20\textsuperscript{e} eeuw.] De mainline kerken, en in het bijzonder de staatskerken, werden gezien als vertegenwoordigers van de cultuur. De secularisatie in de vorige eeuw was niet alleen een kritiek op religie maar op de gehele cultuur. Hierdoor waren de protestanten eerder geneigd zich tegen mainline kerken te richten dan tegen alternatieve. Daarnaast verliest een staatskerk een fors deel van haar identiteit wanneer de centrale rol in de samenleving wegvalt (p.~347). Voluntaristische kerken% \footnote{In deze periode valt `mainline' vrijwel samen met niet-voluntaristisch (p.~347).} doen het beter in deze tijd. Bijvoorbeeld evangelische kerken bloeien doordat ze \emph{power from on high} en \emph{power from below} hebben weten te combineren: alhoewel de leer traditioneel bleef, is een groot deel van de hi\"erarchie afgedankt en hebben kleinere groepen een centralere rol. Dit in contrast tot liberale kerken, die, gechargeerd gesteld, de traditionele leer hebben `verdund' maar de hi\"erarchie intact hebben gelaten --- die kerken vallen zogezegd tussen wal en schip (pp.~354--5). \item[Leg uit hoe het wegvallen van banden tussen denominaties en sociale groepen (`zuilen') een verscherpte focus op theologie tot gevolg had.] Kerken verloren sociaalpolitieke en economische macht. Zuilen vervaagden. Hierdoor kon christen-zijn (of specifieker katholiek-zijn, etc.) niet meer simpelweg betekenen dat je bij een bepaalde vereniging hoort. Doordat dit identificerende element wegviel moest een nieuwe indicator gevonden worden, en dit werd het geloof zelf (pp.~361--2). \item[Hoe komt het dat de periode van secularisatie in het westen samenvalt met een periode van sacralisatie in het zuiden?] Dit lijkt verband te houden met politieke en economische factoren. In zowel het westen als het zuiden werd de samenleving in rap tempo gekapitaliseerd, maar het westen was hierbij in een sterkere positie dan het zuiden. Hierdoor is het westen relatief stabiel wat betreft politiek, onderwijs, gezondheidszorg, etc., terwijl de situatie in het zuiden over het algemeen onzekerder is. Religie in het algemeen en het christendom in het bijzonder zijn succesvol in onzekere tijden, omdat ze behoeften deels kunnen wegnemen of verzachten. Er was in het zuiden dus meer behoefte aan religie en het christendom dan in het noorden (pp.~386--7). \end{description} \section*{Evaluatie cursus tot nu toe} In de evaluatie bij bijeenkomst vier schreef ik dat ik tot dan toe relatief weinig had geleerd, omdat het vroege christendom uitvoerig was besproken bij Dogmatiek I. Zoals verwacht betraden we al gauw onbekender terrein. Veel van de theologische idee\"en kwamen me uiteraard grotendeels bekend voor, maar vanaf de vroege middeleeuwen verschoof de focus van dit vak naar de interactie van het christendom met andere ontwikkelingen, in het bijzonder ook staatkundige. Op deze manier kon dit vak nuttige achtergrondinformatie bieden om te begrijpen waarom sommige standpunten zich ontwikkelen en wat voor invloed culturele, sociale en politieke omstandigheden hierop hebben (gehad). Desalniettemin moet ik zeggen dat ik dit vak niet had gevolgd ware het niet dat het een verplicht onderdeel van mijn pakket is, puur om het feit dat mijn primaire interesse niet bij geschiedenis of systematische theologie ligt, maar bij exegese. Uit deze interesse komt ook mijn onderzoeksidee voort. Het lijkt me interessant te bekijken hoe verschillende groepen door de geschiedenis heen zijn omgegaan met christelijke teksten (zowel de bijbel als kerkvaders, theologische artikelen, etc.). Vervolgens zou ook gekeken kunnen worden naar de invloed van die interpretaties op de geschiedenis van de gemeenschap. Ik zou het onderzoek eerst inperken tot een bepaalde stroming, tijd, plaats, of een combinatie van die drie. Vervolgens moet uit die context data worden verzameld, waarschijnlijk vnl. teksten, waarin interpretaties naar voren komen. Die zouden geclassificeerd kunnen worden op basis van hun idee\"en. Hierna zouden we moeten bekijken wat voor verbanden we tussen de classificaties kunnen vinden. Bijvoorbeeld: hoe verandert de inhoud van interpretaties door de tijd? \end{document}